In dit onderzoek is nagegaan wat de positie is van kortdurende psychoanalytische psychotherapie zoals door Malan ontwikkeld en beschreven binnen het psychoanalytisch referentiekader.
Kort is ingegaan op de resultaten van proces- en effectonderzoek met betrekking tot psychotherapie. In een eerste onderzoek zijn Malan-therapieën vergeleken met Rogeriaanse behandelingen, terwijl in een tweede onderzoek de aard van het psychotherapeutisch proces in Malan-therapieën zelf is onderzocht. De hoofdconclusie van het onderzoek is, in tegenstelling tot wat Malan zelf beschrijft, dat de door ons onderzochte behandelingen niet inzichtgevend maar steunend van aard zijn met daarbinnen inzichtgevende momenten.
De door Malan als essentieel beschreven genetische overdrachtsduiding (TP-aanduiding) komt in de door ons onderzochte therapieën ternauwernood voor. De conclusies van ons onderzoek liggen in de lijn van het onderzoek van Wallerstein zoals beschreven in Forty-two lives in treatment (1986).